Het interlandelijke adoptiedebat: over kinderrechten van toen, nu en straks

Op donderdag 14 november zal de vierde editie van de Miek de Langen-lezing in het teken staan van kinderrechten en het debat over interlandelijke adoptie. De Miek de Langen-lezing over kinderrechten en het debat over interlandelijke adoptie zal worden verzorgd door Karl Hanson. Na zijn studies aan de Universiteit Gent en als Erasmusstudent bij Miek de Langen aan de Universiteit van Amsterdam, behaalde Karl zijn doctoraat in de rechten aan de Universiteit Gent, België, waar hij werkte als onderzoeker bij het Kinderrechtencentrum en als senior onderzoeker bij het Mensenrechtencentrum. Hij werkt sinds 2002 in Zwitserland en is er momenteel directeur van het Centrum voor Kinderrechtenstudies van de Universiteit van Genève. Zijn publicaties en belangrijkste onderzoeksinteresse betreffen interdisciplinaire kinderrechtenstudies en omvatten theorieën over kinderrechten en kinderstudies, kinderarbeid en werkende kinderen, jeugdstrafrecht en de rol van onafhankelijke nationale kinderrechteninstellingen.

Op dit moment doceert Karl aan de Universiteit van Genève de Master interdisciplinaire en droits de l’enfant (MIDE). Ook is hij programmadirecteur van de Master of Advanced Studies in Children’s Rights (MCR), voorzitter van het Children’s Rights European Academic Network. Hij was gedurende 11 jaar mederedacteur van het tijdschrift Childhood.

Machteld Vonk treedt op als referent. Machteld is op dit moment hoogleraar Internationaal en Europees personen- en familierecht van het Centrum voor Notarieel Recht van de Radboud Universiteit. De onderzoeksbelangstelling en -expertise van Machteld strekt zich uit over de verschillende aspecten van de relatie tussen kinderen en hun ouders/verzorgers in het recht, waaronder adoptie, afstamming, gezag en omgang, kinderbescherming, en bovenal kunstmatige voortplanting en de daaruit voortvloeiende juridische vragen naar het ouderschap van kinderen. De insteek van Machteld is daarbij voornamelijk kinderrechtelijk en gefundeerd in de rechten die uit het IVRK en het EVRM voor kinderen en hun verzorgers voortvloeien.


Onderwerp

Het interlandelijke adoptiedebat: Over kinderrechten van Toen, Nu en Straks

Onze kijk op interlandelijke adoptie is het afgelopen decennium drastisch veranderd. Hedendaagse kritiek op de manier waarop interlandelijke adoptie tussen de jaren zeventig en begin jaren 2000 plaatsvond, heeft ertoe geleid dat in tal van Europese landen, waaronder Nederland, interlandelijke adoptie veel strenger wordt gereguleerd of zelfs volledig is verboden. Zo uiten organisaties van geadopteerden kritiek over de manier waarop illegale adoptienetwerken en malafide tussenpersonen, met minstens de stilzwijgende medeplichtigheid van de overheid, adopties hebben tot stand gebracht die hen het recht op het kennen van hun identiteit ontzeggen. Een andere belangrijke oorzaak van deze veranderde benadering is het toenemende bewustzijn dat interlandelijke adoptie eerder een uitdrukking is van structurele ongelijkheid tussen landen dan een oplossing ervoor. Lang voordat deze hedendaagse kritieken door steeds meer wetenschappers en beleidsmakers werden geformuleerd en opgevolgd, stelde Miek de Langen al scherpe vragen over de wijze waarop interlandelijke adoptie was geconcipieerd en geregeld. In haar rede uit 1976, uitgesproken bij haar aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar in het jeugdrecht aan de Universiteit van Amsterdam, postuleerde ze onder meer dat adoptie al te vaak wordt gezien als een gunst aan aspirant-adoptiefouders in plaats van als een recht van het kind op een zo goed mogelijk opvoedingsmilieu.

Deze lezing neemt de kritiek van Miek de Langen, die zij formuleerde gelijktijdig met de opkomst van de interlandelijke adoptieboom in het Westen, als vertrekpunt om na te denken over de manier waarop kinderrechten toen, nu en straks worden ingezet ter bevordering van de fundamentele gelijkwaardigheid van kinderen, zowel in ‘het binnenland’ als in ‘het buitenland’. Naast interlandelijke adoptie gaat de lezing ook in op de manier waarop kinderrechten in andere situaties worden gemobiliseerd, zoals bij migratie of vrijwilligerstoerisme. Een boeiende vergelijking kan worden gemaakt met de wijze waarop instrumenten van ‘transitional justice’ worden ingezet om erkenning en herstel te vragen voor de gedwongen migratie van arme of verweesde kinderen van Engeland naar Australië tussen het einde van de 19e eeuw en de jaren 1970. Daar wachtte hen echter niet de beloofde ‘betere toekomst’, maar een leven gekenmerkt door uitbuiting en brutaal geweld in instellingen. Volwassenen die respect vragen voor hun rechten als kinderen stellen belangrijke vragen niet alleen over hoe wanpraktijken op dergelijke schaal lang werden gedoogd of zelfs aangemoedigd, maar ook over hoe we vandaag moeten kijken naar schendingen van kinderrechten in het verleden. Hoe kunnen deze verhalen helpen om de toekomst van kinderrechten vorm te geven?


Miek de Langen-lezing
Deze jaarlijks terugkerende lezing is opgedragen aan Miek de Langen. Zij was hoogleraar Jeugdrecht aan de Universiteit van Amsterdam (1976-1992) en oprichtster van de Kinderrechtswinkel (1985).

Praktische informatie

Datum: 14 november 2024, 20:00 uur (na afloop van de lezing zal er een borrel plaatsvinden)
Locatie: Universiteitsbibliotheek, Universiteit van Amsterdam, Doelenzaal
Adres: Singel 425, 1012 WP Amsterdam
Doelgroep: Pedagogen, advocaten, rechters, medewerkers van organisaties als de Raad, instellingen van jeugdzorg/jeugdhulpverlening, Kinderombudsman en DCI, promovendi, studenten en andere belangstellenden.

Aanmelding

Aanmelding loopt via SPUI25. U kunt zich hier aanmelden. 

Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. De toegang tot het programma is gratis.


Vragen?

info@ccra.nl

 

Meer over de organisatie van het event

De rechten van kinderen zijn in de afgelopen jaren zowel wereldwijd als in onze samenleving in toenemende mate in de belangstelling komen te staan. Zo werd op 20 november 1989 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het Verdrag inzake de Rechten van het Kind aangenomen (IVRK). Het verdrag trad voor Nederland in werking op 8 maart 1995. Uit het door het CCRA over de periode van 1 januari 2002-tot 1 september 2011 verrichtte onderzoek werd inmiddels duidelijk dat het IVRK in de loop van deze periode aanzienlijk aan betekenis heeft gewonnen. Het vervolgonderzoek van 1 september 2011- 1 september 2014 heeft deze ontwikkeling verder bevestigd. Rechter en advocaat blijken steeds vaker een beroep op het verdrag te hebben gedaan en te doen. Het VN-verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) vormt een belangrijk kader voor het centrum, waarbinnen bij de verschillende activiteiten hedendaagse maatschappelijke kwesties zullen worden besproken. Aan het onderwerp ‘kinderrechten’ zou echter geen recht worden gedaan als debatten uitsluitend vanuit juridisch oogpunt worden gevoerd. Kennis vanuit de praktijk en andere (wetenschappelijke) disciplines, zoals bijvoorbeeld de pedagogiek, ontwikkelingspsychologie, sociologie en geneeskunde is van cruciaal belang om juridische normen in te vullen. Het CCRA heeft zich dan ook ten doel gesteld de uitwisseling van kennis tussen verschillende disciplines en de wisselwerking met de praktijk te bevorderen. Het CCRA stelt zich tot doel: Onderzoek: het verwerven van kennis en inzicht in de rechten van het kind – zoals deze onder meer zijn vastgelegd in het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) Onderwijs: het overdragen van de bevindingen aan professionals en studenten die op verschillende terreinen en binnen verschillende disciplines zich op uiteenlopende wijzen bezighouden met rechten en belangen van kinderen. Interdisciplinair kenniscentrum: fungeren als platform waar personen, uiteenlopende instanties en wetenschappelijke disciplines die zich bezig houden met de positie van het kind, expertise kunnen uitwisselen en activiteiten op elkaar kunnen afstemmen. De wisselwerking tussen theorie en praktijk is hierbij een centraal punt. Na de oprichting van het CCRA in 2008 onder de aegis van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam (UvA) is de status van het CCRA met ingang van 1 januari 2016 gewijzigd in die van een autonome stichting, wel met een sterke verbinding met de UvA, als ook met de rechterlijke macht en de advocatuur. Daarvan getuigen de leden van het stichtingsbestuur. De activiteiten van het centrum zijn daarbij evenwel ongewijzigd gebleven, evenals de drieledige doelstelling. Voor deze lezing werkt het CCRA samen met SPUI25. SPUI25 is het academisch-culturele podium van Amsterdam. Zij geven wetenschappers, schrijvers, kunstenaars en andere denkers het podium om hun licht te laten schijnen over zaken die hen bezighouden, inspireren of verontrusten.

Evenement details

Centre for Children’s Rights Amsterdam i.s.m. Spui25

Extern evenement

14 november, 2024

Spui 25-27, Amsterdam

0

20:00

21:00

Doelgroep(en):

Belangenorganisaties en initiatievenFamilie en naastenGeadopteerdenProfessionals

Meer informatie
Deel je event